
Een belangrijk onderdeel van de psychologenopleiding bestaat uit het leren stellen van de vraag “Hoe gaat het met je?”. Welke intonatie moet je gebruiken, moet je lachen of heel ernstig kijken en wat moet je doen als je cliënt vervolgens een stilte laat vallen? Deze informatie heb ik natuurlijk niet uit betrouwbare bron, maar baseer ik op mijn eigen ervaringen. Iedere keer krijg ik namelijk weer diezelfde vervelende vraag.
Jarenlang heb ik voor iedere therapiesessie geprobeerd alvast een antwoord te bedenken. Dan stond ik ’s ochtends onder de douche heel hard na te denken en te oefenen wat ik zou zeggen. Nu spreek ik mezelf onder de waterstralen vermanend toe, doe nou maar normaal, en daag ik mezelf uit het ter plekke te mogen bepalen.
Eigenlijk is het de kunst om de vraag met een omweg te beantwoorden, zodat je nooit écht antwoord hoeft te geven en er vanzelf een soort van gesprek ontstaat. Kortom: wees even een witte man met een podcast. Zo omzeil je ook het ongemakkelijke gevoel dat je krijgt omdat je niet de wedervraag mag stellen (hoe nieuwsgierig je ook bent).
‘Hm, ja nou, ik was aan het nadenken over een vraag voor de internist. En eigenlijk vooral over hoe ik die moet formuleren. Want ik vraag me af of ik nog wel echt ziek ben? Want als je een ziekte hebt en een medicijn neemt, dat ervoor zorgt dat je lichaam weer goed werkt en je symptomen zo goed als verdwijnen zolang je het slikt, ben je dan nog wel echt ziek? Moet ik dan niet gewoon alles weer kunnen? Hoe weet ik dat ik het niet als excuus gebruik om te mogen rusten of om geen dingen te doen die ik niet wil doen?’
Mijn psychologe kijkt me aan. Ze draagt twee zilveren ringen: één in haar neusvleugel en één aan haar hand.
‘Het klinkt alsof je op zoek bent naar zekerheid. En alsof je weer van alles van jezelf moet.’
Even ben ik stil. Als ik eerlijk ben hoorde ik het mezelf ook al zeggen.
‘Vergeet niet dat je op dit moment met meerdere behandelingen bezig bent. Niet alleen daar, maar ook bij ons.’
Ik antwoord dat ik soms vergeet dat ik ziek ben. Ik lach schamper.
Als de woorden mijn mond uit zijn, ben ik er zelf een beetje door verbaasd. Hoe kan ik dat nou vergeten? Zo dom ben ik toch niet? We praten over de discrepantie tussen onderbuikgevoel en het hoofd, over jezelf nuttig willen maken, maar jezelf ook rust kunnen gunnen. En wanneer weet je of je moet rusten of juist even naar buiten moet gaan? Zou een signaleringsplan soms wat zijn?
Aan het eind van de sessie stap ik naar buiten. Ik irriteer me aan het affiche met spelfout en de slechte grammatica dat boven de koffiecorner hangt. Eenmaal thuis zet ik mezelf maar weer op die bank. Af en toe sta ik op voor een kopje thee, het uitruimen van de vaatwasser (heerlijk om die zin na al die jaren afwassen te kunnen schrijven) of om in die ontplofte kamer een verhuisdoos uit pakken. En op de bank speel ik Crash Bandicoot, kijk ik naar sprankelende levens op Youtube, scroll ik door Pinterest (heerlijke manier om jezelf de illusie aan te praten dat het leven volkomen maakbaar is) en vul ik maar weer eens een meme in op Instagram.

Ook spreek ik mezelf streng en dan weer liefdevol toe als ik het weer eens volkomen zat ben. De strenge kant wordt het best samengevat door Natasha van seizoen 8 (2007!) van America’s Next Top Model die zegt “I just want to tell you that some people have war in their countries.” (Of, als je een al even gedateerde referentie die mijn leeftijd verraadt zoekt; de aflevering waarin Kim Kardashian haar diamanten oorbel in de oceaan laat vallen en haar zus Kourtney verzucht ‘Kim, there’s people that are dying,‘). Want wat heb ik nou eigenlijk te zeuren? Doe niet zo stom!
Bij nadere inspectie moet ik toegeven dat de zogenaamd liefdevolle kant er eigenlijk aardig op lijkt. Die zegt namelijk dat het allemaal wel goedkomt en dat het nog veel erger had gekund. Je gaat immers niet dood! Althans, nog niet. (Dus zeur niet).
Ergens weet ik natuurlijk wel dat de gezondste gedachte (de gezonde volwassene, kots) zou zijn dat ik het gewoon moet accepteren en erop moet vertrouwen dat het vanzelf losloopt. Zet jezelf niet onder druk, vergelijk je situatie niet met die van anderen en probeer in de tussentijd goed voor jezelf te zorgen. Klinkt eigenlijk verdacht veel als “heb gewoon geduld”, hé? Ja, dat heb ik dus niet.
Maar goed, om die vraag nou eindelijk eens te beantwoorden: vandaag gaat het best ok.
Hoe gaat het met jou?
Liefs! x
Geef een reactie